Saturday 30 May 2009

Mieke was in Petersburg












“Zou jij in een stad als St. Petersburg kunnen wonen?” was een van de vele vragen die ik na mijn terugkomst in Nederland gesteld kreeg. En, ik moet bekennen, ook een van de moeilijkste vragen. Alweer heel wat jaren geleden heb ik het een behoorlijke tijd volgehouden om in een Roma-gemeente te wonen en werken. De cultuurverschillen en armoedige omstandigheden vormden een enorme uitdaging. Toch denk ik dat St. Petersburg nog meer flexibiliteit van een mens eist. In ieder geval geduld. Daar waar je je tussen Roma nog kunt verschuilen achter het feit dat je een rijke Westerse bent en het ook helemaal de bedoeling niet is dat je de taal van “de zigeuner” als gadje (vreemdeling) probeert te leren, kun je er in een miljoenenstad als St. Petersburg niet omheen dat falen of slagen een gevolg is van je eigen inzet en handigheid in het “zakendoen”. Dat betekent ten eerste dat je je voor de volle honderd procent moet storten op het leren van de Russische taal. Natuurlijk is dát de reden waarom ik naar Rusland ben gegaan. De boeken van Jelle Brandt Corstius, Peter d’Hamecourt en Laura Starink vormen een prachtige inleiding op de verbazingwekkende manier van leven van net over de grens met de Baltische staten tot aan het verre Sakhalin. Maar hun mooie verhalen beginnen pas echt te leven zodra je het vliegtuig uitstapt. Een vakantie in Rusland kan natuurlijk altijd. Maar een toeristische rondreis is voor mij geen uitdaging. De taal leren is dat wel. Bovendien trekt de geschiedenis van Oost-Europa en Rusland me aan; en een baan in Rusland of de omringende onafhankelijke staten van de voormalige Sovjetunie lijkt me zeker niet onmogelijk, integendeel. Hoewel ik in Nederland al een paar cursussen Russisch heb gevolgd, is het me heel snel duidelijk geworden dat je Russisch alleen maar heel goed kan leren in Rusland zelf. In twee weken tijd heb ik erg veel geleerd over de taal, over de rijke historie en cultuur van het grootste land ter wereld en heb ik twee keer een marathon gewandeld. Twee weken zijn echter veel te kort. De stad is zó overweldigend, zó groot, en zó mooi dat het bijna jammer is dat je binnen de muren van het appartement rijtjes woorden uit je hoofd moet leren. Naar buiten, moest ik! Ik heb me heftig verzet tegen het tijdgebrek door te proberen om dan
maar gewoon alles te doen; en de lessen actief volgen, en het huiswerk netjes maken, en alle bezienswaardigheden opzoeken, en flink uitgaan om je tussen de Russen te mengen, en traditionele “Russische” borsjtsj maken, en het metronetwerk intensief te benutten door zo lang mogelijke afstanden onder de grond af te leggen. Dat heeft me heel wat uren aan noodzakelijke slaap gekost. Dus nu ik eindelijk weer een beetje ben bijgekomen van deze reis, ben ik hard op zoek naar een Rus of Russin met wie ik kan napraten over Rusland. Om tegelijkertijd het geleerde in praktijk te brengen en om me voor te bereiden op een volgende bezoek aan dit mooie land. Want één ding is me wel duidelijk geworden na die twee weken. Wat weet ik toch eigenlijk nog weinig over Rusland.


Friday 29 May 2009

Straattheater


Waarom zou je nog naar het Mariinsky theater gaan als het schouwspel hier gewoon op straat plaatsvindt? Alle middagen die ik wandelend over de vele avenues en langs de imposante grachten heb doorgebracht, hebben me niet alleen zere voeten opgeleverd, maar ook talloze mooie en grappige beelden en verhalen. St. Petersburg is zeker een stad waar ik nog eens terugkom. Al is het maar om weer de geur van vers geasfalteerde straten op te snuiven. Een blokje om lopen, loont hier altijd de moeite. Bijgaande foto laat zien dat de toneelassistenten van het Mariinsky theater de rekwisieten gewoon via de achterdeur op straat zetten.

Wednesday 27 May 2009

Hoe je de beste tijd van je vakantie doorbrengt in een computerwinkel


Uiteraard zijn niet alleen mijn foto's van de uiteenlopende stadstaferelen straks de moeite van het bekijken waard. Vanmiddag hadden we een bezoekje gepland aan dé tentoonstelling over het werk van de beroemde fotograaf Boris Smelov. Zijn foto's hangen in de Hermitage, om precies te zijn in het 'General Staff Building' tegenover het Winterpaleis en tonen het St. Petersburg van de jaren zeventig en tachtig (Leningrad). Eenzame mensen die hij op straat ontwaarde, onder een dikke laag sneeuw bedekte bruggen, maar ook geometrische patronen in de Italiaanse en Franse architectuur waardoor deze stad onder de naam "Venetië van het noorden" zo beroemd is geworden. Indrukwekkend en met deze link ook voor de lezer binnen handbereik: http://www.pbase.com/belyaevsky/boris_smelov

Op weg naar het centrum wilde ik echter eerst een computerkabeltje terugbrengen naar de winkel. Daar kwamen we toch langs op weg naar het metrostation en ik dacht bij mezelf, ach, waarom niet nu nog even, dan hebben we dat maar gedaan. Dat bleek een verkeerde inschatting. Terwijl het gezelschap buiten in de zon stond te wachten, ging ik op zoek naar iemand die me kon helpen. Na vier werkloze, vermoeid uitziende, maar toch enorm verveelde, computernerds te hebben aangesproken, was er eindelijk eentje bij die me te woord wilde staan. Ik vertelde dat ik het kabeltje terug wilde brengen en dat ik het aankoopbedrag terug wilde krijgen. Oei.

Dat was een moeilijke vraag. Eerst moest ik maar eens uitleggen waarom. Toen eenmaal duidelijk was dat ik de dag erna wél de goeie kabel had aangeschaft (in dezelfde winkel, godzijdank had ik dat bonnetje óók bewaard), en deze kabel wel de juiste stekker bezat, haalde het ventje zijn supervisor. Toen werd het pas echt leuk. De man keek me streng aan en zei dat ik maar iets anders moest uitkiezen voor dat bedrag. "We hebben een hele winkel vol, er zit vast iets tussen wat je leuk vindt." Tsja, dat kan allemaal wel zo zijn, maar zulk soort uitspraken maken mij alleen maar fanatieker. Een foute inschatting; ik had mijn trots opzij moeten schuiven. Maar ik ging er natuurlijk vol tegenin. Zuchtend, kreunend en steunend gaf de supervisor het jongetje de opdracht om dan maar een stapel formulieren tevoorschijn te halen. Of ik mijn paspoort ook bij me had? Gelukkig waren we opgedragen te allen tijde een kopie van het paspoort bij ons te dragen. Het eerste formulier was met een beetje fantasie zo ingevuld. Ik deed alsof ik het allemaal wel snapte en vulde hier maar mijn geboorteplaats in en daar maar mijn achternaam. De puber verdween met het formulier naar boven. Vijf minuten zei hij nog. Ach, hij lachte tenminste vriendelijk. Dat is al heel wat hier. Toen hij uiteindelijk terugkwam vroeg hij om het kopie van mijn paspoort, waarmee hij dezelfde trap op ging, als vanwaar hij net terugkwam. Om nog een kopie te maken. Nog eens een tijdje later kwam hij terug met de formulieren om er, tezamen met het bonnetje, een nietje doorheen te jagen. Dat duurde ook even, want de nietmachine stond niet echt binnen handbereik. Een collega moest eraan te pas komen om hem het apparaat aan te reiken. Het dossier verdween daarna weer onder begeleiding naar boven, weliswaar met een omweg want het jongetje zag opeens een hele aardige collega staan met wie nog even moest worden gebabbeld. Ik deed ondertussen héél, héél erg mijn best om niet té ongeduldig te raken. Maar ik kon een zeker neiging tot geïrriteerd om me heen kijken niet onderdrukken. Maar hij kwam even later toch glimlachend naar me toe gelopen met een stapel nieuwe formulieren. Of ik hier, hier en hier nog even mijn handtekening wilde zetten. Ik dacht dat het hele verhaal nu wel eindelijk tot een bevredigend einde zou komen, dus ik krabbelde snel wat op de papiertjes. En toen, moest er nog worden gestempeld. Zucht. Stempelen, wist ik al, duurt ook lang in dit land. Eerst moet met veel omhaal de stempel in de lucht worden opgetild, om vervolgens met een resolute beweging op het papier te worden gedrukt. Als dat is gelukt, dan moet de stempel nog drogen. Dan is het ten slotte nog nodig dat mijn driedubbel geautoriseerde verzoek tot restitutie van een schamele 8 euro nog door de supervisor wordt geaccordeerd. Dit alles duurt lang. Heel lang. Maar als het slungelachtige personeelslid uiteindelijk terugkomt met de roebels, bedank ik hem uitbundig. Respect voor de Russische computerzaakmedewerker! Hij die het allemaal maar doet voor de klant, terwijl zijn collega's nog net zo verveeld als een half uur eerder naar de klanten staren!

Tuesday 26 May 2009

Streetwise of bekeerd?

Als de stroom in het gehele flatgebouw is uitgevallen, laat ik me daardoor niet uit het veld slaan. We zetten de deur naar het kamertje waarin we les krijgen open en met het weinige licht dat naar binnen komt, neem ik de grammatica van het whiteboard over in mijn notitieboek. Docente Katya denkt anders over onze benarde situatie en neemt prompt haar mobiele telefoon ter hand om te achterhalen welke ramp er is gebeurd. Blijkbaar is die informatie nodig om de ernst van de situatie in te schatten en te bepalen hoe lang dit allemaal gaat duren. Na een minuut of vijf besluit ze de les buiten voort te zetten. De zon schijnt en ik vind het ook wel een aangenaam idee om buiten uitleg te krijgen over de zeker vijftien verschillende werkwoorden voor, wat wij Nederlanders kennen, het werkwoord "gaan". De afdaling door het trappenhuis is nog een hele onderneming als je op de tast je weg naar beneden moet vinden. Eenmaal op straat blijkt Katya een waardig actrice. Ze demonstreert op een uiterst expressieve en levendige wijze hoe je in het Russisch "gaan lopen" en "stoppen met lopen" zegt. Als een trotse merrie gooit ze haar benen in de lucht en stapt ze over het stoffige en gescheurde asfalt om een roestige rioolput te gebruiken als symbool voor de gewenste eindbestemming. Een perfecte gelegenheid voor een foto dacht ik bij mezelf. Ik zie een groepje mensen aan komen lopen (uiteraard weer een andere vorm van het werkwoord "gaan") en besluit in mijn beste Russisch aan de enigszins gezette vrouw in het gezelschap te vragen of ze een foto van ons wil maken. Inmiddels is dat geen groot probleem meer, ik kan wel een klein gesprekje voeren, ook al versta ik niet alles meteen, vooral als de woorden worden uitgesproken door jonge kereltjes die al aardig aan de wodkafles hebben gelurkt, maar dat terzijde. De mevrouw kijkt me verschrikt aan en kijkt daarna even naar het gezelschap waarin ik me verkeer. Een man, zo op het eerste gezicht niet een typisch Russisch uiterlijk en een jonge vrouw, wel Russisch. In een paar seconden heeft ze het besluit genomen snel door te lopen en gebaart ze driftig met haar hand dat ze daar geen zin in heeft. Katya moet lachen als het groepje eenmaal buiten ons gehoor is verdwenen. "We staan hier allemaal met boeken en schriften, ze dacht waarschijnlijk dat we van een of andere religieuze sekte waren en daar zijn de mensen hier een beetje bang voor." Nooit gedacht ooit nog eens te worden aangezien voor een Jehovah's getuige...

Sunday 24 May 2009

De tijd tikt door en ik moet nog steeds mijn huiswerk maken

Wachten is een Rus niet vreemd. Vooral bij de metrostations zie je mannen en vrouwen rustig bij de uitgang staan, met een boekje in de hand of voor zich uit starend. Russen vinden het vrij normaal om een uur op iemand te wachten, blijkt uit een internationaal onderzoek, volgens docente Katya. In West-Europa gaat men na een kwartiertje zijn eigen weg en in de Verenigde Staten is dat na vijf minuten al. Ook als Nederlandse toerist ontsnap je niet aan deze volksaard. In dit land moet je geduld hebben. Dat begint al op het vliegveld bij de paspoortcontrole. Het duurt zo’n vijf minuten voordat de douanebeambte één stempel in je paspoort heeft gezet, terwijl ik toch echt minstens tien keer een stempelafdruk van zo'n ouderwets groot metalen ding hoorde. Ik schreef al over de voetgangers en de ‘groen is lopen - rood is stoppen’ doctrine. Hetzelfde geldt voor het metrostation. Hier staat vrijwel iedereen stil op de roltrap, soms met zijn neus in een boek gedoken. Wel netjes aan de rechterkant om eventuele haastige lieden te laten passeren; de roltrap omhoog is een ander verhaal want wie is er nu zo gek om die zestig meter over de trap omhoog te lopen?


De vijf minuten die je op de roltrap doorbrengt, bieden een prachtige gelegenheid om ongegeneerd naar de voorbijkomende passagiers te staren. Dat is normaal, want de andere rij doet precies hetzelfde.
Het metronet zelf is trouwens wél een wonder van efficiency. Iedere vier minuten vertrekt een metro om met een gemiddelde snelheid van veertig kilometer per uur door de metrogangen te vliegen. In de spitsuren zelfs nog vaker. Je kunt overal komen voor slechts vijftig cent, zolang je maar onder de grond blijft. Dat lijkt onaangenaam, maar de metrostations zijn mooi verlicht, schoon en ruim, zodat je claustrofobische gevoelens na het eerste ritje direct achter je kunt laten. Maar nu ben ik de draad in het verhaal kwijt aan het raken.



Op zaterdagmiddag besluit ik naar de Hermitage te gaan en sluit ik me, volledig geïntegreerd, aan bij de rij wachtenden. Na vijf minuten begin ik me desondanks af te vragen waarom de rij niet opschuift. Maar ja, niemand verroert zich, dus ik besluit ook maar als een mak schaap te blijven staan. Na een kwartiertje wordt duidelijk dat de bewaker voor de smalle ingang om de vijftien minuten een groepje mensen binnenlaat en dat het ongeveer een uur gaat duren om binnen te komen. Het jonge mannetje met zijn te grote grijze uniform en pet staat de rest van de tijd alleen maar een beetje te roken, te telefoneren en vooral erg chagrijnig te kijken (maar dat doet iedereen hier). Als ik na een uur en een kwartier eindelijk binnen ben, en aansluit bij de rij voor de kassa, is mijn eerste gedachte “nu gaat het gebeuren, ik ga eindelijk eens een écht oogverblindend mooi museum in”. Die gedachte wordt echter gelijk om zeep geholpen als ik aan de beurt ben om een kaartje te kopen. De verkoopster plaatst een bordje voor het glas waarachter ze zich verschuilt. “Pererif”. Ze snauwt door de intercom dat ze pauze heeft en wijst naar het bordje boven de kaartverkoop. Ieder uur heeft de dame vijftien minuten om haar benen te strekken. Het hokje verlaat ze niet eens in die tijd, ze zit gewoon geld te tellen. De hele rij bezoekers blijft wachten tot de vrouw weer gaat zitten. Ik ben compleet sprakeloos van het hele gebeuren en besluit een meisje in de andere rij maar even te vragen of ze een kaartje voor me kan kopen, ze staat immers bijna vooraan. Mijn conclusie is getrokken; als de Russen aan het werk zijn, is er van werkdruk niets te merken. Dat zie je in de Hermitage, maar ook op heel veel andere plaatsen wel terug. De twee roltrapbedienende dames die aan de basis van iedere metro-ingang zitten, zouden in de praktijk moeten bepalen wanneer welke van de drie roltrappen mensen naar boven dan wel naar beneden brengt, afhankelijk van de drukte op dat moment. Het komt mij op het eerste gezicht al onlogisch voor dat daarvoor twee dames noodzakelijk zijn, maar het is al helemaal vreemd dat ons metrostation nog steeds maar twee werkende roltrappen lijkt te hebben, waarvan er toch één omhoog moet en één naar beneden. Ook op straat zie je de verkoopsters van flesjes cola en ijs nog net niet slapend over hun karretjes heen hangen en als je een koffietentje binnen loopt, komt de serveerster zuchtend overeind om te informeren of je wat wilt hebben. En als dan ook nog duidelijk wordt dat je een buitenlander bent, brengt ze iets van een “ah” klank voort en sloft ze naar een collega om het die maar te laten afhandelen. Russen hebben geen vertaling voor het woord ‘deadline’. Deadlines bestaan namelijk niet hier*. Het werk komt wel een keer af, of dat nu over een week, over een maand of een jaar is.

*Ik realiseer me opeens dat het Nederlands eigenlijk ook geen goede vertaling biedt.

Friday 22 May 2009

Een moment van bezinning

Vrijdag. Morgenochtend geen les. Dat betekent dus dat ik niet om half acht ’s ochtends mijn ogen onder de douche open probeer te krijgen, wat oploskoffie klaar maak en de laatste woordjes nog eens herhaal om op tijd klaar te zitten voor de les. Wanneer Katya, de docente, arriveert, is zij al bijna twee uur onderweg geweest (ze woont aan de andere kant van de stad) en dus het stralende middelpunt van het appartement. Bijna vier uur later zit de les erop en hebben we geleerd dat het postkantoor en de keuken in het verre Russische verleden in de open lucht gesitueerd waren (zeg maar in de tijd dat de post nog met behulp van paarden werd bezorgd). Wat betekent dat ze worden gecombineerd met een ander voorzetsel dan gebruikelijk, maar daar zal ik verder maar niet op ingaan. Het is dus weekend! Niettemin heb ik zo veel huiswerk gekregen dat ik me hiermee het gehele weekend gemakkelijk kan vermaken. Zeven opdrachten. De eerste opdracht heb ik na twee uur voor de helft af. Ok. Ik moet toegeven dat ik een perfectionist ben, maar na twee uur heb ik er genoeg van en besluit ik een wandeling te gaan maken.
Het doel is de grootste begraafplaats van St. Petersburg; dat denk ik tenminste. Direct al een naïeve gedachte, want als ik terug ben en in een van de reisgidsjes kijk, zie ik dat er maar liefst drie begraafplaatsen als bezienswaardigheid worden aanbevolen, maar daar zit de begraafplaats op het Vasilievsky eiland niet bij. Het zal wel komen omdat het plattegrondje dat ik tot mijn beschikking heb, alleen een overzicht van het stadscentrum biedt. De begraafplaats is niettemin enorm en bestaat uit een park verscholen tussen een aantal tientallen meters hoge flats. Ommuurd door een armoedig hek liggen de eerste graven direct naast de stoep. Er lijkt weinig ruimte over. En ook vandaag wordt er gewerkt. De gemiddelde levensverwachting van de Russische man is bij geboorte een jaar of zestig. Voor vrouwen is dat ongeveer 73 jaar.
Ondanks het overweldigende aanbod aan graven van jong gestorven mensen, kun je het geen treurige plaats noemen. Mijn wandeling is eigenlijk best aangenaam. Het park is in feite een bos; de vogels fluiten, de frisse lucht biedt een welkome afwisseling in deze stoffige stad en het groen biedt wat koelte. De graven zelf zijn bezaaid met bloemen en vaak zijn er bloemen, planten en varens rondom het graf geplant, wat het een kleurrijk geheel maakt. Als ik een tijdje heb rondgewandeld, zie ik toch iets dat me diep raakt. Een oude vrouw zit met haar geopende kniptasje op schoot op een bankje nabij de ingang. Een enkeling gooit wat geld in de tas. Het pensioen dat ze krijgt is lang niet voldoende om in deze dure stad van te kunnen leven.

Wednesday 20 May 2009

Mieke moet studeren!

Zelfs in St. Petersburg dringt het belangrijkste nieuws uit Nederland door tot de burger. Patricia Paay en Adam Curry uit elkaar. En dan heb ik het nog niet eens over Jan en Jolanthe...Wat vreselijk. Vandaag start ik even met een microberichtje. Het is me namelijk gisteravond duidelijk geworden dat ik nóg harder moet studeren! Ik werd erop gewezen dat de romantische uitspatting géén huwelijksaanzoek is, maar een oproep tot vergeving. Misschien nog wel romantischer, ja, maar het toont natuurlijk ook aan dat ik nog véél Russisch te leren heb. Dat krijg je ervan als je je verbeelding de vrije loop laat. Dus in plaats van over de vele avenues en door de vele metrogangen te dwalen, ga ik me vandaag in de eerste plaats richten op de grammatica en het vocabulaire.

Creatief en romantisch? Laten we erover stemmen!


Stijl, klasse en schoonheid






Naaldhakken en huwelijksaanzoeken

Een ding is meteen na de eerste dag in Rusland al duidelijk. De Russische vrouw heeft stijl. Ze is modebewust, erg slank (zeg maar gerust extreem mager) en goed verzorgd. Dames met een rok langer dan halverwege het dijbeen en hakken lager dan een centimeter of acht zijn een zeldzaamheid, tenzij ze al getrouwd zijn en de leeftijdsgrens van een jaar of vijftig zijn gepasseerd. Ze loopt de gehele Nevsky Prospekt (de exclusieve winkelstraat is vijf kilometer lang) op haar naaldhakken af, zonder maar één kick te geven. Hoe ze zo slank blijven is ook een raadsel, met het dieet van varkensvlees en room dat hier gebruikelijk is. In club Terra Cotta waar we de zaterdagnacht hebben doorgebracht, wordt me door een piepjonge en aangeschoten Nederlandse IT’er uitgelegd dat Sint Petersburg een gebrek aan mannen kent, en dat de vrouw daarom extra haar best moet doen om er eentje aan de haak te slaan. Ik heb uiteraard geprobeerd dat bevestigd te krijgen door een gesprekje aan te knopen met wat verschillende meisjes. Of het aan mijn uitspraak lag weet ik niet, maar het was duidelijk dat ze allemaal meer geïnteresseerd waren in mijn mannelijke cursusgenoten. Die waren op hun beurt echter meer geïnteresseerd in de dames die in felrode en kanariegele monokini, ingesmeerd met zonnebloemolie, op de bar stonden te dansen op muziek die in Nederland twintig jaar geleden hip was. Gelukkig werd er na enkele wodka, afgeblust met biertjes, toch nog gedanst. Toen werd het spel van flirten en veroveren pas echt duidelijk zichtbaar. Op de dansvloer probeert de Russische vrouw de man te imponeren door wulpse en hitsige bewegingen te maken. Soms verstrengeld met een van haar vriendinnen. Sommige vrouwen in de club hebben duidelijk succes. Als een relatie tot stand is gekomen, is trouwen snel aan de orde, is me sinds mijn aankomst al verschillende keren verteld. Dat de Russische man op zijn tijd ook best romantisch kan zijn, toont bijgaand huwelijksaanzoek aan. Ook al is het vrijwel zeker dat zijn vriendin een verrekijker nodig moet hebben gehad om vanuit de flat haar naam te ontcijferen. Ook nét na het weekend toont de Russische man zijn romantische aard. Hij draagt opvallend vaak een bloemetje zorgvuldig verpakt in decoratief plastic bij zich. Daarentegen lopen ze in het weekend overwegend met flessen en blikken bier rond…

Tuesday 19 May 2009

Rolls Royces en autowrakken


De Russische man is op zijn ziel getrapt als zijn auto niet in de smaak valt. Hij spendeert zondags
uren in zijn tweede woning. Het liefst op de passagiersplaats, luisterend naar de radio met de deuren open of dicht, alleen of met een vriend, maar zonder vrouw. Naar een mooie locatie rijden is niet eens noodzakelijk. Gewoon voor de flat geparkeerd is net zo rustgevend en ontspannend. Af en toe stapt de man de auto uit om een blik onder de motorkap te werpen en wat motorolie door een afgeknipte colafles het motorblok in te laten lopen, als de toestand van de auto daarom vraagt. Vaker nog zit hij druk te bellen en te roken, achter geblindeerde ramen verscholen. Wanneer de Russische man gaat rijden, negeert hij overstekende voetgangers en parkeerverboden. Het oversteken van een zebrapad is dan ook op eigen risico. Niet verbazingwekkend dus, dat iedere wandelaar zich hier netjes aan de verkeerslichten houdt. Ook negeert hij gemakkelijk een lekke band. Waarom zou rijden op slechts een velg niet kunnen? Als de staat van de auto het echt niet meer toelaat, parkeert hij zijn wagen langs de straatkant om vervolgens te voet zijn reis voort te zetten. De rijke Russische man heeft het gemakkelijk. Hij rijdt lekker hard door in zijn BMW, Mercedes, Porsche of Rolls. Bij voorkeur meerdere rondjes over de statige bruggen van de Newa, langs het Winterpaleis en het fort van tsaar Peter. En wanneer hij de auto heeft geparkeerd, houdt een bewaker in een iets minder dure auto, maar nog steeds veel te groot, streng de wacht. Dat weerhield mij er niet van om de auto hiernaast van dichtbij te bekijken en zelfs net te doen alsof ik een nieuwe bolide had aangeschaft. Gelukkig konden we net op tijd wegrennen.
PS. Let vooral even op het gezicht van de man die twee auto's verder druk loopt te toeteren dat dit toch echt niet de bedoeling is. En als uitsmijter: de velgen!!

Monday 18 May 2009


Alle kassa's open bij de Lenta en iedere werknemer alert. Vanzelfsprekend een prettige ontmoeting met de beveiligingsman die mijn tas wil controleren. Niets gestolen natuurlijk.

Waar een discussie over Russische tomaten al niet toe kan leiden

De drie mannen met wie ik het appartement deel staan de afwas te doen, in een keukentje van 1 bij 1 meter, waar ik eerder het diner voor vanavond heb bereid, op twee pitjes. Ze lopen een beetje stoer te roepen dat vrouwen er altijd zo’n puinhoop van maken in de keuken. Natuurlijk nadat ze me hebben gevleid met complimenten over mijn kookkunsten. Ik heb zeker mijn best gedaan om een hoge standaard voor de rest van de twee weken te creëren. Waarschijnlijk gaan we dus vaak uit eten. Jammer, want ik ga graag nog eens terug naar de hypermarket. De Lenta, de supermarkt waar we de ingrediënten voor de pasta met auberginesaus en haricot verts – tonijn salade (een beetje improviseren is hier noodzakelijk) bij elkaar hebben gezocht is een soort Ikea. De typische combinatie van blauw en geel in de bewegwijzering tezamen met de metershoge voorraad aan shampoo flacons, spaghetti en flessen wodka die boven de reguliere schappen zijn opgestapeld, geven de indruk in de Zweedse meubelketen te zijn beland. Er zijn niet alleen 40 kassa’s op een rij, er staan ook drie stapels met eieren van twee, bij twee, bij twee meter. En dan is er nog de rij wodka. Denk aan je favoriete Albert Heijn en de schappen met snoep. Zoveel wodka. En dan nog meer. De winkel is bovendien 24 uur open. Mijn plan is dan ook om, laten we zeggen, een uur of drie ’s nachts, boodschappen te gaan doen. Of gewoon de winkel door te lopen op zoek naar de nachtbrakers, alcoholverslaafden of radeloze huisvrouwen. Gewoon uit nieuwsgierigheid. En die Russische tomaten…dat vond ik gewoon een mooie kop voor boven mijn stukje.